Alle blogposts

5, 6, 7, 8 - Kick Ball Change in Disco: tips van onze experts

In deze editie van “5, 6, 7, 8” maken we de sprong naar disco. Niet de disco uit de jaren 70, niet de discoswing, maar disco dance: een van onze populairste dansen, zeker op competitievlak. De dansstijl ook waarin onze Belgische Femke Goovaerts eind 2019 op het allereerste officiële wereldkampioenschap, de wereldtitel behaalde bij de adults.

1


Een korte geschiedenis van discodansen

Discodans: een stijl die je herkent aan de snelle, krachtige en afgelijnde bewegingen, het hoge tempo, maar ook aan de glimmende, schitterende outfits van de (wedstrijd)dansers. Het hoeft dus niet te verbazen dat de stijl haar oorsprong en naam vindt in de muziekstijl die in de jaren 70 enorm populair was. Door de jaren heen is de stijl echter sterk geëvolueerd en beïnvloed door andere dansstijlen, zoals klassiek, jazz, maar ook rock ’n roll en aerobics. Typische bewegingen zijn o.a. de Illusion en de spreidsprong.

 

De pas: kick-ball-change in disco

De tips van deze “5, 6, 7, 8” gaan over de kick-ball-change. Die pas komt in heel wat dansstijlen aan bod, maar vandaag gaan we dieper in op de “disco-variant” van de kick-ball-change.

Waar hebben we het juist over? Wel:

  • Benen: kick rechts opzij, zet rechts neer, kruis links achter
  • Armen: schuine V op, schuine V neer
disco2
disco3
disco4

De tips

“Heel specifiek voor disco is de borstactie, die vaak vergeten wordt.” – Sandy De Win (@sandy_de_win)

“Maak gebruik van een bounce in je bovenlichaam door op de 1-tel je borst lichtjes omhoog te bewegen.” – Rebecca De Kempe (@rebeccadekempe)

“Wat de armen betreft, kun je heel veel variëren. Zo kun je bv. met de armen cirkels zwaaien.” – Sandy De Win (@sandy_de_win)

“Gebruik verschillende armbewegingen; laat je creativiteit de vrije loop, maar let er wel op dat je schouders laag blijven.” – Rebecca De Kempe (@rebeccadekempe) 

“Heb controle over de armen, laat ze niet voorbij de schouderlijn gaan en span ze gelijktijdig op met de benen. Om meer kracht te geven/tonen gebruik je het beste vuisten. Voor sierlijkheid kan je dan weer best platte handen gebruiken.” – Lucas Cabanier (@lucas_jr_cabanier)

“Om er wat variatie in de brengen en een beweging vloeiender over te laten gaan in een andere beweging, kan je andere armen verzinnen, zoals rechte hoeken, of één arm strekken en de andere in een rechte hoek brengen, armen horizontaal/verticaal positioneren, vingers kunnen wijzen/vogeltjes/nestjes/etc. vormen.” – Lucas Cabanier (@lucas_jr_cabanier)

“Maak gebruik van hoogtes en laagtes om zo de beweging ‘interessant’ te maken.” – Rebecca De Kempe (@rebeccadekempe)

“Strek je voeten wanneer deze de grond verlaten, dit maakt je lijnen veel langer.” – Rebecca De Kempe (@rebeccadekempe) 

“Strek zeker ook de voeten: afwerking is belangrijk.” – Lucas Cabanier (@lucas_jr_cabanier)